Op vlucht
Laatst bijgewerkt: 27-12-2025
Definitie
De term 'op vlucht' verwijst naar het doelbewust voorover hellen van een (voor)gevel van een bouwwerk, waarbij de bovenzijde van de gevel verder naar voren uitsteekt dan de onderzijde.
Omschrijving
Het bouwen 'op vlucht' was een veelvoorkomende bouwwijze, met name in de 17e en vroege 18e eeuw in Nederland, hoewel het concept al eerder bestond in houtskeletbouw. Deze bewuste helling, vaak circa 2,5 cm per opgaande meter, had verschillende functies. Oorspronkelijk kwam het voort uit overkragende houtskeletconstructies waarbij verdiepingen uitstaken om houten geveldelen, kozijnen en glas-in-lood ramen te beschermen tegen de doorslag van hemelwater en daarmee verrotting. Later werd het ook toegepast op stenen gevels, soms vanaf de fundering of boven een puibalk, waarbij naast de praktische voordelen ook esthetische overwegingen een rol speelden. Een vooroverhellende gevel kan een gebouw imposanter doen lijken voor de toeschouwer. Het is essentieel om 'op vlucht' bouwen te onderscheiden van een verzakking, aangezien het een intentionele bouwkundige keuze betreft.
Historische Context en Functie
De bouwwijze 'op vlucht' heeft zijn wortels in de middeleeuwse houtbouw, waar overkragende verdiepingen een effectieve methode waren om de kwetsbare houten constructies en kozijnen tegen regenwater te beschermen. Met de opkomst van stenen gevels in de 17e eeuw bleef de traditie deels bestaan, ook al was de noodzaak tot waterafvoer bij metselwerk minder evident. Stedelijke keuren, zoals in Amsterdam en Leiden, stelden soms maximale hellingshoeken vast, wat de prevalentie van deze bouwmethode benadrukt. Naast waterwering en optische effecten, zijn er theorieën over het vergemakkelijken van het hijsen van goederen, hoewel de validiteit hiervan in de Nederlandse context wordt betwist door sommige bronnen. Ook de theorie dat de voegen van een op vlucht staande gevel beter uitwateren en zo minder last hebben van vocht, wordt genoemd als een mogelijk voordeel.
Gebruikte bronnen: